Google Custom Search


Natuurpunt Oost Brabant vzw

Natuurpunt-Afdeling Velpe-Mene


Inspraakadvies bij het openbaar onderzoek van de ruilverkaveling Willebringen lopende tot 17 november 2009

-

Pleidooi voor een geïntegreerde aanpak van landinrichting, land- en waterbeheer, landschapsversterking en versterking
van de biodiversiteit in de open ruimte. Op zoek naar win/win benadering en benutten van de kansen voor de toekomst.

-

Inleiding vooraf

Zou je Hoegaarden zonder het Natuurgebied Rosdel/Schoorbroek of zonder de Graan voor Gorzen stroken kunnen voorstellen, of zonder de tweestrokenwegen ? Wat nu in belangrijke mate het landschapsmerk Hoegaarden internationaal bepaalt kon er enkel komen door een moeizame volgehouden inzet vanuit NP Velpe-Mene om de toenmalige ruilverkaveling Hoegaarden grondig bij te stellen. Nu zijn er kansen om de geplande ruilverkaveling Willebringen geïntegreerd aan te pakken waarbij landinrichting en inrichting voor performante landbouw in een win/win samengaan met versterking van grootschalige vlakvormige natuur, met de versterking en het duurzaam maken van de landschapselementen en de landschappelijke structuur, met actieve landschapsversterking en het tot stand brengen van kansen en een kader voor versterkte biodiversiteit en voor akkernatuur. Dit met oog voor de cultuurhistorie en voor recreatief medegebruik. De ervaring van Hoegaarden onderstreept dat dit kansen schept voor nieuwe plattelandseconomie en tezelfdertijd de attractiviteit van de gemeenten voor de bewoners vergroot.

Het plan geeft daartoe een goede aanzet. Maar op een reeks punten dienen er nog bijstellingen te gebeuren zonder dat dit de planeconomie en de geest van de consensus die rond dit plan tot stand kwam aantast.

Nu deze keuze maken in het internationaal jaar van de biodiversiteit en op het moment dat de akkernatuur in Hoegaarden internationaal in de kijker staat zou van beleidsvisie getuigen. Wij reiken de hand om in dialoog hier verder aan te werken.

Nu moeten wel nog een reeks keuzes gemaakt worden die finaal zullen bepalen of dit plan echt deze win/win invult of onder druk van belangen afglijdt naar korte termijnoplossingen.

Nu moeten de keuzes gemaakt worden of de erosieproblemen vergroot zullen worden of structureel opgelost; of Opvelp, Honsem of Willebringen bij elke bui van meer dan een kwartier overstroomd wordt met modderstromen die zowel aan de bewoners als de gemeenten fortuinen kosten zoals de afgelopen jaren of dat we hier door landschapsbuffering, vergroting van de hydrologische ruwheid van het landschap en landschapsversterking iets structureels aan doen.

Nu zijn er kansen: maar wie zal er in de praktijk en bij droogweer hier dag na dag voor opkomen ? Wie zal telkens opnieuw het perspectief van een geïntegreerde benadering, het gemeenschapsbelang vooropstellen als morgen aan de concrete invulling begonnen wordt en alle belangen spelen ?

We rekenen op de gemeenten bij deze finale adviesverlening en op de minister bij de verklaring van nut . Zij zullen moeten  duidelijk maken of ze kiezen voor grote natuur die onze gemeenten op de kaart zetten zoals bij Rosdel (Hoegaarden) of Paddepoel-Velpevallei (Vissenaken),kiezen  voor een boeiend landschap waar mensen voor naar hier komen, kiezen of  ze de kansen van het instrument ruilverkaveling benutten voor de versterking van het landschap en meer biodiversiteit, voor de invulling en realisatie van de plannen van provincie en stad rond de stadsbos en stedelijke natuur in de omgeving van Aardgat en Tienen station, voor het behoud van de laatste historische relicten van de monumenten uit de 2° wereldoorlog.

We rekenen op onze gemeenten bij hun advies en op de minister bij de beslissing dat ze nu van visie getuigen. Het onderstaande advies geeft een handreiking vanuit deze lange termijnbenadering.

Daarenboven zullen er door de Minister bij de verklaring tot nut ook instructies moeten gegeven worden zodat deze ‘ zachte delen’ van het plan van in het begin en effectief mee uitgevoerd worden. Want niets is vrijblijvender dan een allesomvattend plan waar veel te dikwijls finaal vooral of bijna uitsluitend de maatregelen die samenhangen met directe behartigers en harde ingrepen uitgevoerd worden. Van het begin af zal tezelfdertijd en evenwichtig alle elementen en doelen uit het plan in de uitvoering moeten gebracht worden.

Wij rekenen hiervoor op een duidelijke positiebepaling van de minister bij de nuttigverklaring van de ruilverkaveling en dat bij de beslissing het nodige gedaan wordt dat ook de behartigers van deze gemeenschapsbelangen in het verder proces voldoende sterk bij de verdere invulling betrokken worden zowel in het Comité als in de Commissie van Advies.

RUILVERKAVELING WILLEBRINGEN

Inspraakadvies in Hoofdlijnen  ter gelegenheid van het openbaar onderzoek Ruilverkaveling Willebringen.

  1. De planvoorbereiding van de ruilverkaveling Willebringen is reeds een langlopend proces waarbij met de verschillende actoren getracht is tot een vrij evenwichtig plan te komen waarbij enerzijds de agrarische structuur verbeterd wordt en anderzijds ook de natuur in de valleien en de gradiëntzones en de bufferzones te versterken. Zulk plan is één geheel en moet naar de samenhang met de verschillende aspecten in zijn geheel gerealiseerd te worden. In de planvoorbereiding werd steeds uitgegaan van de realisering van een forse ecologische structuur bestaande uit de groene gebieden aangevuld met de gradiëntzones en de bufferzones.  De garantie dat dit ook effectief gebeurt en bij de planrealisatie steeds in tijd op elk ogenblik een evenwichtige korf van maatregelen aan de orde komt is een absolute voorwaarde om de ruilverkaveling nuttig te verklaren. Maatregelen van landschapversterking vereisen een lange rijpingstijd vooraleer ze ook effect ressorteren. Om deze reden is het belangrijk dat voor de maatregelen die vroeg in het planningsproces kunnen gerealiseerd worden dat deze dan ook in deze initiële uitvoeringsfase gerealiseerd worden. Voorkomen dient te worden dat nog gedurende jaren enkele zware landschappelijke ingrepen gedaan worden met negatief effect op de omgeving zoals aanleg van de verharde wegen zonder dat er gelijktijdig de mitigerende en landschapsversterkende maatregelen plaats vinden.
  2. Het ontwerp plan is het voorwerp geweest van een milieueffectrapportage. Belangrijk is dat nu de conclusies van deze milieueffectrapportage vertaald worden in het uiteindelijk plan. Dit geldt o.m. voor wat gesteld is geworden over de impact van de homogeen verharde nieuwe ontsluitingswegen op het plateau van Beauvechain. Het is duidelijk dat op grond van het milieueffectrapport hier een bijstelling vereist is of het opnemen van mitigerende maatregelen.
  3. Sinds de planvorming zijn een reeks elementen bijzonder in de kijker en de beleidsbelangstelling komen te staan. Bij een mogelijke nuttigverklaring van de ruilverkaveling wordt gevraagd hier een expliciete uitspraak over te doen. Dit geldt o.m.:
    1. de invulling van de Instandhoudingsdoelstellingen voor de Europese Habitatgebieden. De vallei op het gehucht Keulen is samen met het Meldertbos aangeduid als Habitatgebied. Het is essentieel dat bij de planrealisatie dan ook het habitatgebied gerealiseerd wordt en alleszins ook dit gedeelte van de vallei in het gehucht Keulen bij het natuurgebied gevoegd wordt. T.a.v. het Meldertbos, dat nu reeds erkend natuurreservaat, is het duidelijk dat de opname in het ruilverkavelingsplan enkel een meerwaarde kan geven als hierdoor ook extra invulling kan gegeven worden aan de Instandhoudingsdoelstellingen. De toevoeging van de valleipercelen in het gehucht Keulen is zulke meerwaarde.
    2. Het project ‘Graan voor Gorzen’ heeft zeker met de presentatie en inhoudelijk in het boek Akkervogels (5 november 2009) een zeer grote aandacht gekregen. Het heeft bewezen zeer effectief en efficiënt te zijn. Binnen de Ruilverkaveling Willebringen situeren een reeks percelen Graan voor gorzen en stroken in het agrarisch plateau.  We rekenen erop dat de bestaande objecten die hun efficiency bewezen hebben onverkort kunnen gehandhaafd worden. Daarnaast is het essentieel dat de voorziene 4 stroken in het plateau van Beauvechain en Gijzendel effectief gerealiseerd worden als een vaste ecologische structuur in het landschap. Dit kan gecombineerd worden met het behoud van de laatste restanten van de landingsbanen van het historische vliegveld uit Wereldoorlog II in het buitenland bekend als   'Les Burettes'of 'Culot East'.
    3. Het belang van het behoud van een kwaliteitsvol open landschap: het behoud van het open landschap is sterk in de belangstelling geweest o.m. nav de vergunningsvraag van de stal Beullekens. Het is belangrijk dat in het kader van de ruilverkaveling een rigoureus beleid gevoerd wordt voor de bescherming van de open landschappen. Voor de noodzakelijke boerderijverplaatsingen moet met de grootst mogelijke zorg omgesprongen worden en gewerkt met strikte criteria, zonder dat open ruimten aangesneden worden. Dit geldt des te meer daar recentelijk verschillende landbouwexploitaties in het agrarische gebied hun status landbouwexploitatie verloren.
    4. In het ontwerp plan werd nog uitgegaan dat een reeks struwelen en bosjes in het landschap zouden verdwijnen. Bij de MER is dit reeds ingebracht dat dit voor ons ondenkbaar en onaanvaardbaar is. Wij vragen dan ook dat bij de vaststelling van het nut expliciet zou opgenomen worden dat bestaande bosjes, natuur- en landschapselementen zouden behouden en versterkt worden. Dit geldt ook voor alle bestaande taluds en holle wegen waarvan expliciet moet opgenomen worden bij de nuttigverklaring dat deze behouden, zelfs versterkt zullen worden.
    5. De afgelopen jaren hebben ons geleerd dat door de schaalvergroting en het huidig gebruik de erosie een steeds groter probleem vormt. Ook dit jaar waren er problemen in zowel Boutersem en met name Vertrijk, Willebringen en Honsem, in Tienen, Hoegaarden als Opvelp: daarom is het essentieel dat alle bufferzones integraal ingevuld worden en nog versterkt worden. Bij de evaluatie van de planuitvoering zowel in Hoegaarden als in Vissenaken blijkt dat dit de achillespees. Verschillende taluds en buffers die als te versterken in het plan opgenomen waren zijn achteraf deel gaan uitmaken van percelen en verdwenen dan na enkele jaren. We verwijzen naar het talud tussen Meldertbos en het Provinciaal Wachtbekken: In het plan ging dit talud verlengd wordt van achter de huizen van Schoorbroek tot tegen het fietspad. Deze verlenging stond wel op het plan maar werd niet uitgevoerd; de hoge en lange talud kwam midden een perceel te liggen en is sinds de uitvoering van de ruilverkaveling  ondanks een weigering bij de stedenbouwkundige vergunning verdwenen. Hetzelfde geldt voor het talud tussen Lindenveld en Rosdel: midden een akker en ook deze winter voor meer dan de helft verdwenen. Tal van andere voorbeelden uit ruilverkaveling Hoegaarden en Vissenaken zijn beschikbaar. Op dit punt dienen bij de nuttigverklaring strikte voorwaarden aangegeven.
    6. De ruilverkaveling biedt ook mogelijkheden om extra landschapsinkleding zoals ook vb langs de Geestelijke Hoekstraat aan de uitbreiding van de silos of de landschappelijke buffering van de ambtelijke zone van Boutersem die nu zichtbaar is van het plateau van Willebringen.
    7. Bij de afbakening van het kleinstedelijk gebied Tienen werd door de provincie en de stad Tienen een eerste voorstel van een uitwerkingsplan gemaakt voor de omgeving van het Station van Tienen tot en met het Aardgat. Het is essentieel dat tot een onderlinge afstemming van deze uitwerkingsplannen en de het ruilverkavelingsplan dat nuttig wordt verklaard wordt gekomen.
  4. Bij de vaststelling van het plan zou o.i. nog extra gekeken moeten worden naar de exacte blok/plangrenzen en de vraag naar de mogelijke meerwaarden. Het heeft geen zin om een reeks huiskavels op te nemen en evenmin erkende natuurreservaten waarvoor geen werken voorzien zijn en  die voor de rest volledig perifeer aan de grens van de blokgrens gelegen zijn. Dit geldt voorbeeld voor de oude Snoekengracht beneden het talud en ten westen van de Snoekengracht, de Samenvloeiing in de Mene-Jordaan. De opname moet te verantwoorden zijn omwille van te realiseren meerwaarden. Dit geldt ook voor Meldertbos, waar we in punt 5 dieper op ingaan.
  5. T.a.v.  Meldertbos verwijzen we naar het bovenstaande m.b.t. de habitatgebieden. Voor Meldertbos geldt ook dat sinds de ruilverkaveling Hoegaarden er een enorme erosiestroom ontstaan is dwars over de Waverse steenweg en zo naar Meldertbos die een metersbrede en diepe geul uitgestroomd heeft en zo de vijver vol laat lopen met erosiesediment. De opname van Meldertbos in de ruilverkaveling is maar nuttig als ook zulke problemen kunnen geremedieerd worden en ook de Habitatpercelen in de vallei van Keulen stroomopwaarts als natuurgebied gerealiseerd wordt.
  6. In het onderstaande wordt meer inhoudelijk-technisch ingegaan op de verschillende punten bij de ruilverkaveling. We willen zeer expliciet en formeel deze punten inbrengen bij het lopende onderzoek omdat ze de basis vormen voor een benadering met een win/win voor landbouw, voor natuur en voor landschap. Vanuit de optiek van de noodzaak van het vermijden van vermijdbare schade zoals opgenomen in het decreet op het natuurbehoud zijn de verschillende hieronder opgesomde punten voor  ons een toetspunt. Wij zouden er  op stellen dat vooralsnog deze punten, die volledig uitgaan van de evenwichten en de consensuseconomie van het plan bij de nuttigverklaring en de verdere uitvoering van de ruilverkaveling worden meegenomen.
  7. In het verleden vond tussen de verschillende actoren veel overleg plaats. Wij zouden er prijs opstellen dat dit op een formeel-geïnstitutioneerde manier ook in de toekomst zou kunnen voortgezet worden zowel door de opname van een vertegenwoordiger van de erkende terreinbeherende verenigingen, die door de federale wetgever het statuut van ‘ Openbaar Nut’ gekregen hebben in het Ruilverkavelingscomité als een vertegenwoordiging van de erkende natuurverenigingen in de commissie van advies.  De opname in het Comité kan met enige bereidheid wel mogelijk gemaakt worden in overleg met de provinciale landbouwkamer. Dit zou naar analogie zijn van de vertegenwoordiging van de landbouworganisaties in de natuurinrichting en bij de uitwerking van de IHD voor de groenste gebieden zoals de IHD’s.  De aanduiding van een vertegenwoordiging in de Commissie van Advies behoort tot de reguliere bevoegdheid van de Minister.

RUILVERKAVELING WILLEBRINGEN

Uitgewerkte OPMERKINGEN, VOORSTELLEN en technische adviezen ter gelegenheid van het openbaar onderzoek Ruilverkaveling Wille bringen.

I. Algemeen

De ruilverkaveling Willebringen beslaat een zeer grote oppervlakte en heeft ondanks de inspanningen van de Coördinatiecommissie en de planontwerpers toch nog een zeer grote invloed op het landschap; die zich vooral zal laten gevoelen in een belangrijke schaalvergroting met mogelijke gevolgen voor erosie en impact op het geintegreerde water- en landbeheer en op de levensgemeenschappen van de akkers. De levensgemeenschappen van akkers zijn steeds meer in de kijker gekomen en dit door de enorme verarming, door de noodzaak aan maatregelen en last but not least: door de mogelijkheid om hieraan op vrij eenvoudige manier en kosteneffectief iets te doen. De ruilverkaveling biedt daartoe bijzondere kansen. Temeer daar maatregelen voor akkervogels, landbeheer en erosiebestrijding op een geïntegreerde wijze kunnen plaatsvinden. Ook kan de duurzaamheid hiervan in een belangrijke mate bevorderd worden. De landschapsimpact is groot door de grotere ontsluiting door een veel fijnschaliger netwerk van verharde wegen, die zowel een landschappelijke impact hebben maar ook als ‘ tijdelijke beken’ kunnen fungeren en tezelfdertijd sluipverkeer en verstoring door gebiedsvreemd gemotoriseerd verkeer kunnen veroorzaken. Deze schaalvergroting en ontsluiting  hebben een grote structurerende invloed op het landschap en betekent automatisch het verdwijnen van vele meer kruidenrijke akkerranden en overhoeken, met alle gevolgen vandien en een grotere ontsluiting met gevaar voor verstoring en het mogelijk maken van allerlei andere ontwikkelingen die zich enten op deze ontsluitingsinfrastructuur. Bij het ontbreken van vaste erosiewerende structuren en bij het incorporeren van de taluds binnen de nieuwe grootschalige akkerpercelen  is  er wel degelijk een probleem van erosie en modderstromen. De ervaring in Hoegaarden  en Ruilverkaveling Vissenaken leert dat de taluds die niet gebufferd werden of geen vaste perceelsgrens werden na de ruilverkaveling verdwijnen of gereduceerd worden. Zo was het in Hoegaarden de laatste jaren bijna jaarlijks prijs met modderstromen tussen Hauthem, Overlaar en Hoegaarden die ook de bewoning onder de modder plaatste. Terwijl het vroegere knelpunt van  Nerm en stroomopwaarts Hoegaarden door de grazige structuur van natuurgebieden rond Rosdel minder problemen gaven voor de bebouwing was dit wel het geval voor het gebied Hauthem, Overlaar, Hoegaarden waar de schaalvergroting het grootst is; en recent nog een reeks taluds weggegraven werden en geen structurele maatregelen op het terrein genomen werden om de taluds te verduurzamen.  Recent werden echter ook in de vallei van de Nerm langs kant Baeken permanent hellend grasland omgezet naar maïs en verdwenen taluds waardoor ook hier terug problemen opdoken voor Nerm. Ook op andere plaatsen zoals tussen de Waverse steenweg en het Provinciaal wachtbekken werden taluds midden binnen de grootschalige percelen opgenomen en verdwenen deze taluds ieder jaar een stuk verder om nu volledig verdwenen te zijn met modderstromen tot gevolg. Ook de ervaring van de éénmeterbermen langs de nieuwe betonwegen geeft aan dat deze zonder structurele ingrepen (zoals vb tussen Sluizen en Nerm) en zonder een vaste afpaling zoals in de ruilverkaveling Vissenaken voor een reeks paden gebeurde  niet duurzaam zijn en eens  meegeploegd aanleiding geven tot modderstromen.(zie betonweg Waversesteenweg richting Hauthem).  Het is duidelijk dat het plan vanuit deze ervaring  tegen het licht moet gehouden worden en dat bij de nuttigverklaring van de ruilverkaveling en de uitvoering de nodige structurele maatregelen  moeten genomen worden om hieraan een oplossing te geven.

Ondanks de grote inspanningen die al door de planontwerpers en de Coördinatiecommissie geleverd werden blijft deze ruilverkaveling primair een instrument voor de verbetering van de agrarische structuur. Wij kunnen begrip hebben voor de noodwendigheden om deze agrarische structuur aan te passen aan de vereisten van een toekomstgerichte en duurzame landbouw,die in deze streek per definitie grondgebonden is; dit vereist echter dat zelfdertijd rigoureus gewaakt wordt dat dit niet ten koste gaat van de natuur; landschap- en cultuurhistorische waarde en kwaliteit van het landschap; Ook deze elementen zijn steeds meer toekomstkansen voor de streek. Natuurpunt Velpe-Mene dringt er dan ook op aan dat bij de nuttigverklaring de nodige richtlijnen gegeven worden om bij de uitvoering tot een win/win situatie te komen.

 

Toegezien moet op volgende punten:

Voor Natuurpunt Velpe-Mene is deze ruilverkaveling maar maatschappelijk aanvaardbaar als uitgegaan wordt van een WIN/WIN situatie,  waarbij naast deze nieuwe agrarische structuur ook gekomen wordt tot een duurzaam versterkt landschap, en meer in het bijzonder:

II. SPECIFIEKE SITUERING VAN DE THEMAS EN AANDACHTSPUNTEN

  1. De versterking, de ontwikkeling en het verduurzamen van de vlakvormige natuur in voldoende grote eenheden op de plaatsen waar natuur of natuurelementen al aanwezig zijn of hiertoe een goede uitgangssituatie en potentialiteit is; deze potentialiteit wordt gevormd door het geheel van de valleien maar nog meer door de hellende flanken, zeker die naar het zuiden en het zuidwesten geëxposeerd zijn en grote potenties beschikken om te evolueren naar de in de Europese Habitatrichtlijn opgenomen kalkrijke graslanden en de zeer soortenrijke kalkrijke kruidenakkers. De ontwikkeling van de natuurwaarden in het Rosdel met unieke soorten zoals bleekbosvogeltje, massa bijenorchis, borstelkrans, donderkruid juist op deze flanken bewijzen dit.  Deze potentie is er ook voor een reeks steenrijke koppen (kop Kautemveld/Grote Kouter) en voor de koppen van Brusseliaanzanden (van de uitgraving van de spoorwegdoorsnijding, het zgn Terrassenlandschap). Dergelijke inrichting kan meegekoppeld worden met erosiebestrijding en verhoging van de retentie van de waterafvoer gespreid over de bovenloop en gezien het verhang van het terrein gelokaliseerd binnen de bebouwing- en teeltvrije valleien (zie inrichtingsproject Schoorbroekvallei). Het concept plan heeft hier een eerbare inspanning geleverd, punt is hier nu een afronding en invulling aan te geven. Onderstaand worden nog suggesties gedaan om de veerkracht en duurzaamheid van deze natuurgebieden door fine-tuning te versterken. Hierbij kan verwezen worden naar de positieve lessen uit Hoegaarden, waar alle actoren nu 9 jaar na de toebedeling enthousiast zijn over de gerealiseerde natuurontwikkeling.
  2. Het duurzaam in stand houden, versterken en ontwikkelen van een voldoende dicht net van landschapsinfrastructuur geënt op de aanwezige holle wegen, graften, taluds, aan te leggen bufferstroken, schouders, te verbreden bermen, lineaire elementen. Dit is van cruciaal belang vanuit een concept van een duurzaam landschap, vanuit erosiebestrijding en landbeheer maar ook voor volgende rode lijstsoorten die specifiek zijn voor de regio: Hamster, Geelgors en Grauwe Gors. De Hamster komt voor op de annex van de Europese Habitatrichtlijn, wat betekent dat alle lidstaten in hun beleid de nodige maatregelen dienen te nemen om de bestaande populaties instand te houden en te versterken. In het najaar 2009 werd nog een Hamster in het plateau van Willebringen waargenomen. Ook de Geelgors (vooral de houtige kanten van de holle wegen en taluds en de grazige stroken ) en de grauwe gors, die het akkerlandschap prefereert,  zijn rode lijst soorten, die gevoelig zijn voor de landschapsverschraling als gevolg van ruilverkaveling zonder duidelijk flankerende maatregelen. Ook broedde de Grauwe Kiekendief (amper 2 broedgevallen in Vlaanderen) in dit landschapscomplex. Mits de nodige maatregelen kan op termijn een duurzame populatie van Grauwe en Blauwe Kiekendief, allebei soorten uit de Habitatrichtlijn tot stand komen en zonder dat dit disportionele maatregelen vereist. De inrichting bij de ruilverkaveling is hier een unieke kans om dit structureel, duurzaam en binnen de inrichting van de RVK  kosteneffectief te doen. Door Velpe-Mene is al een succesvol pilootprogramma gestart ‘Graan voor Gorzen’ deels binnen ruilverkaveling Hoegaarden maar ook deels binnen ruilverkaveling Willebringen. Overzicht zie www.velpe-mene.be/nbakkerreservaten.  Deze percelen hebben concentraties in de winter van meer dan 20% van de Vlaamse populatie van de grauwe gors en honderden geelgorzen. Ook voor hamster en niet minder voor andere soorten van de akkerbiocenose zijn ze belangrijk. In de ruilverkaveling Willebringen gaat het om percelen ‘ Bethlehem/Buttel’, Pertseveld, akker ten Noorden van Willebringenbos, Grote Kouter en Terrassenlandschap van Kumtich. Het behoud van deze biotooppercelen en de versterking van het leefgebied van geel- en grauwe gors moet alleszins gegarandeerd worden in de ruilverkaveling Willebringen. Het is essentieel dat binnen de uitvoering ook de nodige aandacht besteed wordt aan soorten als veldleeuwerik, gele kwikstaart, kwartel en patrijs als kensoorten van het open agrarisch cultuurlandschap.
  3. Het compenseren van de verschraling van het agrarische cultuurlandschap als gevolg van de  schaalvergroting en het wegvallen van perceelsranden, wendstroken, overhoeken binnen de individuele akker en dit  door het duurzaam creëren van voldoende stroken, buffers, schouders aan holle wegen buiten de individuele akker maar wel geïntegreerd in het landschap en zodanig toewijzen van deze stroken dat ze achteraf duurzaam kunnen in stand gehouden en beheerd worden; Deze stroken en schouders langs holle wegen en taluds moeten regel zijn evenals de toewijzing ifv een duurzaam beheer hiervan.
  4. het voorkomen van erosie en het vergroten van de hydraulische ruwheid van het landschap; niet alleen binnen de planconcepten maar vooral ook concreet bij de uitvoering van de ruilverkaveling. Dit kan door het behoud, buffering en versterking van alle taluds en stroken en zorgen dat deze achteraf na de uitvoering van de ruilverkaveling duurzaam deze functie gecombineerd met de natuurfunctie kunnen behouden. Maatregelen tegen de wateroverlast moeten geïntegreerd in het landschap opgenomen worden en niet door grootschalige nieuwe ingrepen zoals een wachtbekken in de Menevallei te Oorbeek maar door maatregelen die de hydraulische ruwheid van het landschap als geheel verhogen en de valleien als geheel hun natuurlijke waterbergende functie laten vervullen door renaturiering van de beken en het beperken van de doorvoersecties van de recent te diep onder het maaiveld uitgediepte beken en greppels en de vernatting van de valleien, zonder dat dit effecten heeft voor de bebouwing en de beteelde percelen. We verwijzen hiervoor naar het voorbeeld van de Schoorbeekvallei stroomafwaarts het Provinciaal Wachtbekken. Dit zou kunnen door een structurele bodemverhoging, vernatting en verhoging van de komberging in de valleien van de Fontein, Jordaan- , Babelom,  Bosbeek- en Menebeek en in de vallei van de Velpe/Vloedgracht/omgeving Molenbos enerzijds en Vondelbeek anderzijds. Het landschappelijke verhang en sterk verval en het voorkomen van onbebouwde en onbeteelde ruimten mede in relatie tot II.1 maakt dit ook mogelijk.
  5. NPOB en NP Afdeling Velpe-Mene onderlijnen het belangrijke aspect van de cultuurhistorie en de identiteit van het landschap met het behoud van de belangrijke markers, streekeigen karakteristieken en herkenningspunten. De verschillende kappeltjes, oude lindebomen, historische kruisjes moeten niet alleen gevrijwaard worden maar moet ook hun duurzaamheid gegarandeerd worden. De relicten van WO II (o.m. Landingsbanen van het oorlogsvliegveld 'Les Burettes'of 'Culot East')en vooral de oude bunkers, landingsbanen en andere relicten op het plateau van Bauvechain moeten bij de uitvoering van de ruilverkaveling geconsolideerd en versterkt worden.. Een restauratie van het kleine St Rochuskapelletje in de Meerstraat moet zeker bekeken worden. Ook het behoud van de historische wegen als onverharde landweg of als kasseiweg is hier een bijzonder aandachtspunt. Dit is een bijzonder belangrijk punt.
  6. Tot slot in deze algemene uitgangspunten wordt de aandacht getrokken op het behoud van onverharde landwegen, de kasseiwegen en de noodzaak om de ontsluiting zo te concipiëren dat ze zeer nauw aansluit bij een verkeersarme en enkel gebiedseigen ontsluiting voor de betrokken grondgebonden landbouw en passieve en gebiedsgebonden openluchtrecreatie gericht op de beleving van het landschap. Het principe dat de valleien niet doorsneden worden door nieuw verharde wegen is goed ingevuld. Dit moet ook bij de uitvoering gestand gedaan worden zodat geen sluipende betonnering plaatsvindt tijdens de uitvoering. Hieraan kan niet getornd worden; integendeel er moet onderzocht worden of geen structurele maatregelen kunnen genomen worden ter beperking van doorgaand gemotoriseerd verkeer door het systematisch plaatsen van de aansluitingspunten in kassei en door andere structurele verkeersremmers deel uitmakend van de vaste infrastructuur.
  7. In het gebied wordt volgens de plannen toch nog een groot aantal km nieuwe betonwegen aangelegd, die ongetwijfeld een grote impact hebben op het landschap zelfs als het zgn tweestroken wegen zijn. Als Natuurpunt Velpe-Mene willen we zeer duidelijk en expliciet in de uitgangspunten stellen dat de homogeen verharde wegen tot een minimum moeten beperkt worden en hier ook rekening moet gehouden worden met de conclusies van de MER. Voor de ontsluitingswegen verkiezen we alleszins de gestabiliseerde grindwegen, die aan alle technische normen voor een agrarische ontsluiting op een kosteneffectieve wijze voldoen, boven elke andere vorm van homogeen verharde wegen, inclusief de 2-strokenweg; Bij de homogeen verharde wegen – die tot een minimum moeten beperkt worden- zou  de tweestrokenweg met in de middenstrook een onverharde grasstrook de regel moet zijn; Kostenopdrijvende spielereien om de middenstrook te voorzien van dure doorgroeitegels dienen vermeden. Daarenboven biedt walsbeton geen landschappelijk en ecologisch voordeel en zou in regel zoveel mogelijk kunnen vervangen worden door gestabiliseerde grindwegen; uit de ervaring in Hoegaarden blijkt deze gestabiliseerde grindweg of gestabiliseerde puimweg zich wel landschappelijk in te passen (zie omgeving Katerspoel).  Voor de diepere en het overgrote deel van de holle wegen moet de onverharde weg algemene regel zijn. Verdere sluipende betonnering tijdens de uitvoering geval per geval dient strikt vermeden.
  8. Boerderijverplaatsingen kunnen enkel mogelijk zijn naar de directe periferie van de bebouwingszone en mogen geen aantasting betekenen van de open ruimte. Dit moet expliciet vermeld worden in de begeleidende tekst. Hierover dient consensus gezocht.

 

 

 

Het Ruilverkavelingsplan geeft aangrijpingspunten voor het realiseren van een win/win situatie en met name van een duurzame en voldoende uitgestrekte structuur voor de vlakvormige natuur en een duurzame  landschapsinfrastructuur als uitgangsvoorwaarde. De mate dat dit ook in praktijk zal gerealiseerd worden zal ook samenhangen van de mate dat de impact op erosie en modderstromen, landschapsverschraling door mitigerende maatregelen kunnen weggewerkt worden en door de mate waarin de ruilverkaveling er in de praktijk in slaagt naast de agrarische inrichting een geïntegreerd inrichtingsinstrument te worden voor geïntegreerd water- en landbeheer, natuur- en landschapsontwikkeling. De voorgestelde optimaliseringen voorgesteld in het m.e.r. moeten doorgevoerd worden.

Zowel in de Ruilverkaveling Hoegaarden als in de Ruilverkaveling Vissenaken was één van de belangrijkste milieu en landschapsverliespunten het gevolg van het feit dat tijdens de realisatie van het proces een reeks punten opgenomen in het plan naar bufferzones, schouders van holle wegen, erosiestroken enz. niet gerealiseerd werden of geen duurzame instandhouding gegarandeerd werd bij de planuitvoering.  Voor Natuurpunt Velpe-Mene betekent dit dat het volledige gebied van de op het plan aangeduide bestaande natuur en zeker van de natuurontwikkeling  en buffer- en gradiëntgronden als natuurgebied duurzaam wordt. Ook voor de alle basiselementen in de landschapsecologische infrastructuur en zeker voor deze die in samenhang met de vlakvormige natuur (natuur en gradiëntzones) moet een duurzaam beheer voorzien worden. Deze vaste elementen die cruciaal zijn voor de geelgors, grauwe gors en hamster kunnen de duurzame lange termijn garanties enkel gegeven worden door de toewijzing als een afzonderlijk perceel aan een in het kader van de wet op het natuurbehoud erkende terreinbeherende instantie. Dit geldt alleszins ook voor de drie akkerstroken , die i.f.v. de beheerbaarheid  voldoende  fors moeten zijn, in het plateau tussen de Hazenberg en de Gijzendel. De positieve ervaring naar vlakvormige natuur en enkele buffers (de duurzame) in Hoegaarden bewijst dat het kan maar ook dat het moet; anders dreigt achteraf voor al deze punten een niet realiseerbaarheid; terwijl de schaalvergroting en de ontsluiting wel gerealiseerd worden. Wij zijn graag bereid om ifv hiervan een thematische excursie naar de ruilverkaveling Hoegaarden te houden met als thema: een ruilverkavelingsplan: wat werd er (niet) gerealiseerd en wat 10 jaar nadien. De bovenstaande benadering heeft ook het enorme voordeel dat binnen het gebied van de ruilverkaveling de natuurlijke structuur volledig kan gerealiseerd zonder dat deze enige negatieve impact moet hebben op de individuele landbouwbedrijven en deze structuur daarenboven kan gefinancierd worden binnen het pakket van de verwerving van de terreinbeherende instanties (zoals ook voor de ruilverkaveling Hoegaarden gebeurde). Als op deze manier ook de hoofdstructuur holle wegen en de taluds met hun brede stroken toegewezen worden is dit ook een garantie voor het behoud naar de toekomst

 

III. MEER TECHNISCHE BEMERKINGEN ,VOORSTELLEN EN ADVIEZEN MBT DE VLAKVORMIGE NATUUR

PRIORITEITEN VLAKVORMIGE NATUUR

1a.  Flanken langs het Pertseveld (gemeente Hoegaarden)

Dit naar het zuiden geëxposeerd hellend gebied met direct kalkhoudende stenige ontsluiting heeft een enorm grote potentie zowel in de sfeer van de ontwikkeling van thermofiele en kalkgraslandsoorten (vegetatietype opgenomen in de bijlage 1 van de Habitatrichtlijn) maar ook naar soorten van kalkhoudende akkervegatatie. In de bestaande braakakker werden in het afgelopen jaar soorten als blauw walstro, kleine wolfsmelk, spiesbladige leeuwebek maar ook bleekgele droogbloem gevonden. Dit gebied is ook zeer belangrijk als overwinteringgebied voor geel-, grauwe - en rietgors. In dit complex houdt ook de hamster op. Dit gebied sluit daarenboven aan met het geheel van het Mene –Jordaan-Willebringenboskomplex waarmee het één geheel vormt

1B. Natuurgebied Mene-Jordaan, Willebringenbos en de Fonteinbeek (Gemeente Boutersem en Hoegaarden)

Het gaat hier om structuurrijke en soortenrijke graslanden deels als natuurreservaat in gebruik met een grote soortenontwikkeling. Binnen het voorliggende plan is een inspanning gedaan om hier tot een duurzaam complex te komen. Sinds de voorlopige vaststelling is ondertussen nog verder gewerkt door Natuurpunt aan de vrijwillige invulling met bijkomende percelen natuurgebied in Menevallei te Meldert en Hoksem en in vallei van de Jordaanbeek te Willebringen. Bij de definitieve realisatie is het essentieel dat bij de hellende terreinen de afbakening ifv de hellingen, de erosiebestrijding en instroom van modderstromen wordt voorkomen. Dit vraagt goede detailafbakening op de flanken van de Fonteinbeek en de Menebeek in het traject tussen Willebringen en Hoksem met het Pertseveld. De Zuidgeëxposeerde flanken in het Pertseveld en de omgeving van de Broekstraat/Malcorps worden naar analogie van de Hoegaarden (Schoorbroek/Rosdel en de omgeving van Galg) als de meest kansrijke natuurontwikkelingsgebieden gezien waar er meekoppeling is met erosiebestrijding en goed landbeheer. Dit wordt voor de vlakvormige natuur als de allerhoogste prioriteit aanzien .

1C. Zegelberg : Menevallei/Wijtteveld (Gemeente Tienen)

Aan de Oostzijde en de noordoostzijde van het afgebakende complex komen nog zeer sterk hellende flanken voor met duidelijk zichtbare tertiaire ontsluitingen. Langs de Noordoostzijde moet bekeken worden of de inspoeling in de  gradiënt- en buffergronden en in het oude essenbos kan verminderd worden.

1D. Complex Meldertbos/Habitatgebied Keulen (Gemeente Hoegaarden)

Het goedgekeurde beheersplan als natuurreservaat is uitvoering met in de realisatie van de eerste fase van de inrichtingswerken van het kasteelpark. Essentieel is dat het hele Habitatgebied bovenstrooms Keulen in het beheer kan opgenomen worden. Het is enorm belangrijk dat nu tot een afronding in het kader van de rvk kan gekomen worden en dat ook het probleem van erosie en modderinstroom van de Waversesteenweg en de waterkwaliteit via de rvk iets kan gedaan worden.

-

Het complex 1a,b,c en d vormt in feite tezamen met de Mene-Jordaanvallei gelegen binnen de ruilverkaveling Hoegaarden één robuust complex met natuur van dorp naar dorp. Dit is ei zo na verbonden met het Schoorbroek-Rosdelcomplex.

-

2a. Omgeving Hazenberg/Kameel/Omgeving Moordenaardsestraaat/Vloedgracht en aansluitende eerste akkerstrook (Gemeente Bierbeek en Boutersem)

Dit is een belangrijk complex. Door de recente verwerving door NP zou ook het permanente grasland de zgn gorzenweide/Kamgrasweide ten W van Remelenbos hier bij dienen opgenomen tezamen met de verbinding met Remelenbos. Verder dient de terreindetailafbakening bekeken in functie van voorkomen van modderstromen en erosie.

2b.Complex Molensteen/Velpevallei Opvelp/Neervelp (Bierbeek en Boutersem)

 Dit complex is vrij goed aangeduid. De buffer boven molensteenbos en boven het talud is aangeduid en moet alleszins ook gerealiseerd worden om zowel het bos te bufferen als om modderstromen tegen te gaan. In dit planconcept is ook de vroegere orchideeënweide stroomopwaarts Verbrande Toren ten dele opgenomen. De detailafbakening kan nog verbeterd worden met het nat bronperceel stroomopwaarts zonder dat dit afdoet aan de agrarische structuur. Dit perceel ligt nu ook braak.

Boven het derde talud op Molensteen is de effectieve realisatie van een buffer zeer belangrijk. Dit talud met sleedoorn herbergt een populatie van de sleedoornpage en dient tegen de veldkant ook in de praktijk gebufferd te worden.

3 Complex Snoekengracht/Grote Vondelbeek/Hoegaardsestraat/Viersprong Holle Weg/Kop Koutemveld/Bunker/Grote Kouter (Gemeente Boutersem)

Voor duurzame natuur wordt dit een heel belangrijk complex met belangrijke gradiënt van de bekende valleinatuur met de Snoekengracht tot de drogere gradient met kalk en zand en keienrijk substraat. Belangrijk is dat dit ook zou kunnen afgerond worden van aan de Vondelbeek tot tegen de Hoegaardsestraat.

Dit gebied heeft een hoge natuurpotentie. Nu komen hier aansluitend aan de Vondelbeek massaal kruidvlier voor, maar hoger ook marjolein, agrimonie en borstelkrans. Langs het Zuidgeëxposeerde talud met veel schapenzuring komt een grote populatie van de kleine vuurvlinder en echt walstro voor.

De akker op de kop van het Kautemveld/Grote Kouter die door NP ingericht is in het kader van ‘ Graan voor Gorzen’ heeft de effectiviteit bewezen zowel naar het voorkomen van vogelsoorten als naar een specifieke flora en vegetatie, die net iets anders is dan in de Hoegaardse complexen;

4.  Complex tussen de Geeststraat en de Spoorweg (3 terrassen), enkele percelen weiden aan de overkant (noordkant) van de spoorweg, percelen grasland langs de spoorweg (zuidkant) op talud richting Moergracht en Moergracht onderdoorgang van de Spoorweg; de langewei langs de Moergracht en een perceel grasland begrenst door een talud aan de overkant van de moergracht en de boomgaard van Roosbeek (aan de Grashoeve) (Gemeente Tienen en Boutersem)
Hier is door NP al een belangrijke aanzet gegeven voor de ontwikkeling van een natuurproject zowel op de terrassen met Brusseliaanzand ten Noorden als ten Zuiden van de Spoorweg en met de uitbouw van de boomgaard van Roosbeek.

Deze taluds hebben deels een fraaie droge vegetatie op kalkrijk Brusseliaan zand met veel marjolein, geel walstro. Dit bovenste perceel heeft een actuele zeer hoge natuurwaarde. Er zijn drie taluds. Ook het onderste heeft al een grote soortenrijkdom en sluit aan bij de bebossing op de brede spoorwegberm met veel kwelsoorten met o.m. enorm veel keverorchis. Het middelste talud is momenteel een akkerreservaat in het kader van ‘ Graan voor Gorzen’. Dit moet alleszins geconsolideerd worden tot een afgerond geheel.

Aan de overkant van de Spoorweg liggen enkele graslanden met veel microreliëf en grote soorten rijkdom, die ten dele ook als natuurgebied in beheer zijn.

Mee met de Spoorweg richting onderdoorgang van de Moergracht liggen een reeks droge graslanden bovenop talud met veel marjolein en andere thermofiele soorten

Meer naar de Moergracht gaat dit over in een nattere situatie; met langs de Moergracht Riet en een perceel aan de overzijde van de moergracht dat eerder nat is en reeds jaren grasland met winterse inundatie en hoge concentratie van kieviten en soms goudplevieren. Dit wordt afgegrensd door een talud met Sleedoorn midden in het veld.

Tussen dit en de weg en mee met de Moergracht bevindt zich wat ‘de lange wei ‘ genoemd wordt en vroeger een historisch permanent grasland was maar sinds enkele jaren een akker is.

Het ruilverkavelingsplan stelt voor de Moergracht naar het midden van de ‘lange wei’ te verleggen waar inderdaad het diepste punt is. Verderop loopt de nieuw te graven Moergracht echter absoluut niet meer in het diepste punt en situeert zich onderaan het talud minstens een halve meter hoger dan de actuele loop.

Waar op het gedeelte toponiem ‘lange wei’ bij een maximale agrarische inrichting het nog te begrijpen zou zijn de moergracht te herleggen is dit meer richting Talud en Spoorweg niet te begrijpen en betekent dit dat de huidige loop met veel Riet en verderop het natte perceel grasland tot tegen het talud in het veld op termijn verdwijnen.

De oppervlakte die hierdoor optimaal agrarisch ingericht worden is miniem en situeert zich in een uitgestrekt en groot veld waar aan de andere kant weinig vlakvormige natuur voorkomt.

Daarom het voorstel van Velpe-Mene om dit  complex van de 3 terrassen en de graslanden langs de spoorweg bovenop talud tot het brede talud als mogelijk natuurontwikkelingsgebied nog eens tegen het licht te houden en dit te verbinden met het nat grasland aan de overkant van de Moergracht tot tegen de talud tezamen met de lange wei . Dit bevindt zich op grondgebied Kumtich (Tienen) en ten dele op grondgebied Roosbeek (Boutersem).

5 Aardgat-Grijpenveld (Tienen)

Het Aardgat te Tienen is een belangrijk erkend natuurreservaat met natte orchideeënrijke graslanden en kalkrijke kwel. Voor deze kwaliteit te behouden is het belangrijk dat de percelen boven het reservaat gelegen de nodige buffering bieden. De buffering zoals voorgesteld met de buffergronden ten noorden van het reservaat is dus essentieel; ook het effectief realiseren van de natuurontwikkeling op de in het groen aangeduide gronden op het plan is essentieel. In het kader van de afbakening van het Kleinstedelijk gebied werd door de provincie i.s.m de stad Tienen een uitwerkingsplan voorbereid dat momenteel in de inspraakprocedure is. Het is logisch dat er een afstemming gebeurt van beide overheidsplannen en dat wat behouden wordt ook via het instrument van de ruilverkaveling wordt gerealiseerd.

6. OVERIGE AANDACHTSPUNTEN VOOR VLAKVORMIGE NATUUR
6.1 Middelste akkerstrook en Akkerstrook Gijzendel en buffer en gradiëntgrond (1° akkerstrook is opgenomen in bespreking Hazenbergcomplex).

Essentieel is ook dat deze stroken effectief gerealiseerd worden en zodanig vorm gegeven wordt dat een duurzame instandhouding en beheer mogelijk is om de doelstelling t.a.v de akkervogels en de soorten van het agrarische cultuurlandschap te bereiken. Dit kan gecombineerd worden met maatregelen voor het behoud van de historische elementen van het oorlogsvliegveld 'Les Burettes'of 'Culot East'.

6.2. Perceel sparren en rest van akker ‘ Project Graan voor Gorzen’ in veld Buttel/Bethlehem

Dit perceel is eigendom van natuurpunt en vervult een belangrijke rol van landschapsdifferentiatie te midden van het akkerlandschap; door de resultaten van het project ‘ graan voor gorzen’ wordt het belang onderlijnd. Dit perceel graan voor gorzen moet als een vast perceel behouden worden.

6.3 Menevallei tussen de Maalderijweg en de Ring rond Tienen

-Dit gedeelte is aangegeven als weiland in agrarisch gebruik; in de tekst wordt een mogelijke aanpak van de Mene in functie van de opvang van de piekbelasting van Tienen vooropgesteld. Versterking van de natuurfunctie en buffering van de beek met stroken die ruimte geven voor natuurvriendelijke oevers, rietontwikkeling en andere natuurelementen zijn op hun plaats. De weidezone moet exacter aangegeven worden en hierin moeten maatregelen komen ter versterking van de landschappelijke structuur zoals het graven poelen, rietzomen en houtkanten enz. In het algemeen deel is over de aanpak van geïntegreerd waterbeheer gehandeld; we verwijzen hiernaar en trekken hierbij de bijzondere aandacht; daarnaast willen we duidelijk stellen dat elke ingreep in deze enkele kan als tezelfdertijd geïntegreerde maatregelen van natuurinrichting en natuurversterking plaatsvinden. Hierbij verwijzen we naar de wijze van aanpak in het Schoor

 

IV.Recapitulering Landschapsinfrastructuur en erosie

Het duurzaam in stand houden, versterken en ontwikkelen van een voldoend dicht net van landschapsinfrastructuur geënt op de aanwezige holle wegen, graften, taluds, te verbreden bermen en schouders en lineaire elementen. Dit is van cruciaal belang voor volgende rode lijstsoorten die specifiek zijn voor de regio: hamster, geelgors en grauwe gors. De hamster komt voor op de annex van de Europese Habitatrichtlijn

- Uit de ruilverkaveling Hoegaarden hebben we geleerd dat ook de graften en de taluds opgenomen in het plan bij de uitvoering de nodige aandacht verdienen. De ervaring is dat dit niet 1 op 1 en nooit in het voordeel van de landschapsversterking. Essentieel hierbij is dat er geen enkele talud binnen de grenzen van een perceel komt te liggen en dat voor de landschapsecologische hoofdstructuur een duurzame oplossing van toewijzing i.f.v. van het duurzaal beheer wordt vooropgesteld. Dit moet net zoals bij de vlakvormige natuur vastgelegd worden in de fase van de verklaring van het nut.

We willen extra en bovenop nog de aandacht trekken op volgende lineaire elementen en ontsluitingsproblematiek:
- De oude baan tussen de 2° brug van Willebringen en de Geeststraat tot de Vertrijkstraat.

Deze weg met grote gedeelten holle weg wordt deels aangelegd met walsbeton, (zie bovengenoemde vraag naar walsbeton en de mogelijkheid dit te vervangen door gestabiliseerde puim)  deels voor doorgaand verkeer afgesloten; de afsluiting voor doorgaand verkeer zou het best gebeuren vanaf de kruising met de Vertrijkstraat (die met 2-strokenbeton verbeterd wordt) om niet midden een holle weg plots voor een afgesloten weg komen te staan. Hier is het hol gedeelte het diepste en langs de 2 zijden. Hier moet langs beide zijden een buffer aangelegd worden

- De Kapittelberg te Kumtich

In het veld tussen de Tassinstraat en de Hoxemsesteenweg verdwijnen enkele landwegen, die ook door hun bermen een rol speelden binnen de verhoging van de biodiversititeit binnen het agrarische cultuurlandschap. Om dit te compenseren moet de Kapittelberg langs de 2 zijden breed gebufferd worden en uitgebouwd worden tot een hoofdader voor de landschapsinfrastructuur in dit veld; de 2 vlekken met sleedoorn en taluds moeten hieraan toegevoegd worden (quasi aan de E-40)

-  De buffering langs de flanken van de Broekstraat tussen Willebringen richting Hoksem.

Dit is Zuidgeëxposeerd en kan een rol hebben naar erosiebestrijding, landbeheer en natuur- en landschapsversterking; De flanken van de Broekstraat boven op de talud langs de noordzijde van de Jordaan en de Fonteinbeek worden gebufferd door een enkelvoudige lijn; nochtans zijn dit zeer sterk hellende gronden. Dit zou moeten vervangen worden door een brede buffer met een dubbele of een gestippelde lijn. Dit is een zeer cruciaal punt.

- De buffer tussen Willebringenbos en de Groene landweg aan de autosnelweg moet zorgen voor een echte verbindingslijn in het landschap mee met het bestaande talud en dit zowel langs de onderzijde als de bovenzijde van het talud
- Buffering van de bedrijvenzone van Boutersem aan de Noordzijde van de spoorweg.

Deze recente constructies hebben een zeer negatieve impact op heel dit nog open landschap en dit gezien zelfs vanaf de autosnelweg in Willebringen. Dit zou aan de Zuidzijde van de Spoorweg landschappelijk kunnen gebufferd worden.

- De brede buffering van de Geeststraat tussen de Barbarakapel en de nieuwe boerderij.

Recent was hier een grote aard van wateroverlast, die samenviel met het wegploegen van ettelijke honderden meter taluds in het veld hierrond. De vele taluds in dit veld, die van jaar tot jaar meer weggeploegd worden moeten rigoureus behouden en versterkt worden met buffers . Dit geldt ook voor het talud loodrecht op de Blauwbergstraat en het talud parallel met de Blauwbergstraat in de onmiddellijke omgeving van de Barbarakapel van Kumtich. Deze taluds in het veld zijn niet op het plan opgenomen

- Nood aan een buffering zowel landschappelijk als erosie aan de verbinding tussen Geestelijken Hoek en Verbindingsweg ter hoogte van de silos van de Boerenbond.
- Als het echt de wil van de ruilverkaveling is om de maatregelen op dit vlak duurzaam naar de toekomst te maken en ze meer willen zijn dan plastische make-up in de planfase dan moeten afdwingbare garanties gegeven worden door diegene die deze stroken en elementen toegewezen krijgen.

Bij onze evaluatie van vb RVK Hoegaarden is duidelijk dat spijtig genoeg tot nu toe NP-Beheer de enige partner is het duurzaam behoud garandeerde. Zie voorstel van thematische excursie: het ruilverkavelingsplan Hoegaarden: wat werd er (niet) gerealiseerd en wat 10 jaar nadien.

- Naast strook 1, 2 en 3 ook een Hamsterstrook 4 bijna aan de Waversebaan en ten Westen van de Gaatstraat, daar waar nu een reeks wegen afgeschaft worden
- Bij de uitvoering toezien dat alle taluds en holle wegen en absolute garantie dat geen enkele talud midden in een nieuw te vormen perceel zal komen te liggen.
- bij de uitvoering toezien dat het  talud parallel met de Molenstraat (Meldert) dat ten dele achter de huizen loopt en daar gebufferd wordt met een dubbele buffer langs een insteekweg in steenslag is verderop naar de oude Molen (Cappuyns) voor een kort stuk onderbroken.

Dit talud moet terug hersteld worden en moet boven doorlopend gebufferd worden tot het punt van de insteekweg iets voor Cappuyns (erosieprobleem)

- Het eerste gedeelte van de Lammekensweg (parallel met de Exploitatieweg en vertrekkend van de Torenhofstraat) moet op de zuidkant gebufferd worden.

De Lammekensweg wordt verder afgeschaft maar is misschien een alternatief voor wat nu met de exploitatieweg gebeurt; dit moet onderzocht worden van hoe de ontsluiting in de omgeving van Willebringenbos kan gebeuren zonder dat dit extra verstoring genereert.

- Buffering van de Kattestraat  (Van Molenbos tot Honsem)

zeker waar nu de Hondsroos staat kort aan het kruispunt achter Molenbos, maar ook als ecologische corridor tussen de vallei van de Jordaan (Honsem) en de Velpe (Molensteen), hierdoor wordt o.a. voor de sleedoornpage een kernpopulatie (Jordaan) verbonden met een metapopulatie (Molensteen). Zulke corridor kan met spontaan of streekeigen struweel (Sleedoorn, hondsroos, kornoelje) van laagblijvende struiken waardoor de schaduwwerking naar de belendende  landbouwpercelen ten zeerste beperkt wordt.

- De dubbele buffering in de gradiëntpercelen aan de Moordenaardsestraat is niet nodig in de gradiëntpercelen;

de bufferlijn wel doortrekken aan het gedeelte bos waar deze aan de akker grenst verderop

- Buffer aan weide in veld ten Westen van Hazenberg (zelfde veld) (perceel met Knautia en kruidvlier).

De laatste 5 jaar is de talud ongeveer tot de helft gereduceerd; wordt de kruidvlier doodgespoten en wordt erosie aangemoedigd. De ruilverkaveling moet dit bij de uitvoering remediëren.

- Roosbeekstraat

kleine buffer aan het hol gedeelte met Marjolein en echt walstro

- Buffer aan de Westkant van PE weg door Kautemveld van overweg naar Keienkop Kautemveldstraat;

dit is tevens een landschapsecologische corridor van Roosbeek over de kop tot aan de E-40 en moet dit kunnen waarmaken met bufferstrook.

- Erosie- en piekdebieten in de omgeving van het Aardgat

idem Vertrijkstraat in het Kautemveld die dienst doet als winterbeek. Cf erosieproblemen in de post-ruilverkavingsperiode in Hoegaarden.

- Buffer ten Oosten van de Zegelberg en buffer ten oosten van Willebringenbos
- In de te behouden landweg Babelom-Doornstraat tevens een ecologische corridor met buffer voorzien
- Ecologische corridorconcept van Perrestraat (buffer), Kamgraslandweide, wordt ook ‘Gorzenwei’ genoemd, ten Westen van Perrebos (is inmiddels aangekocht), Perrebos, zone Hazenberg-Molensteen, weg achter Molensteen, Molensteen – Velpevallei en aftakking naar 1° strook naar Honsem.
- De bufferzones tussen samenvloeiing Mene en Jordaan en Babelom (op grondgebied Meldert)

zijn te eng genomen om een invloed te hebben op de erosie. Een gedeelte is zelfs niet gebufferd. Aanpassing noodzakelijk.

- Bufferstroken (zwarte lijn) van valleigebieden: moeten breed genoeg zijn.

Een buffer bovenop het gedeelte holle weg van de Keulenstraat lijkt ons noodzakelijk De buffering van de Gaatstraat wordt plots onderbroken t.h.v.  de Keulenstraat (vlak gedeelte) We denken dat het beter is, om deze gewoon door te trekken.

- Het behoud van het complex rond de lindeboom (Overhem) verdient een bijzondere aandacht. (Meldert)

Kruispunt rond Begijnenweg en Weg van Croix-Gettoux: ruime bufferzone met bosontwikkeling voorzien (diepe holle weg).

 

V. RECAPITULERING VOORSTELLEN MBT DE WEGEN VOOR HET AGRARISCH VERKEER EN –ONTSLUITING

Om gebiedsvreemd verkeer te weren zou elk begin van de weg over een afstand van een 75 m kasseiweg moeten tellen om geen verkeer te lokken, in de m.e.r. zouden tevens andere structurele ingrepen moeten uitgewerkt worden om te voorkomen dat de lusvormige wegen gebruikt worden voor niet-gebiedseigen en niet traag verkeer.

 

Bierbeek, Boutersem, Hoegaarden,Tienen 16 november 2010

Natuurpunt Oost Brabant vzw

Natuurpunt Afdeling Velpe-Mene

P.a. Hugo Abts, Neervelpestraat 48, 3360 Bierbeek

natuurpunt@velpe-mene.be

 

NP Velpe-Mene Advies Ruilverkaveling Willebringen definitieve versie 16 november 2009