Geert Wijnants

1963 - 2012

Herdenkingsplechtigheid Geert Wynants – 11 juli 2012


Enkele indrukken die Geert naliet bij ons, zijn vrienden van Natuurpunt Tienen, waar Geert de laatste 8 jaar zeer actief was en gewaardeerd werd: enkele stukjes uit een krantenartikel van april dit jaar waarover Geert terecht heel fier was.

Wie kent hem niet: de man met de hoed, de pijp en de straatstofzuiger? Voor velen is het een bekend Tiens figuur, maar wie kent zijn naam? Een plaatselijke krant ging Geert opzoeken en vroeg hem of hij zijn verhaal wilde vertellen. Hij ging graag in op dat verzoek en zo was er een ontmoeting in het stadspark, een favoriete plek van Geert. “Ik kom hier regelmatig insecten fotograferen… een hobby van mij. Wist je dat er 170 soorten bijen in ons land zijn?”

Geert blijkt meteen een vlotte babbelaar. Enthousiast vertelt hij over zijn hobby. “Ik heb zelf geen tuin, dus trek ik er op uit om insecten te spotten. Het begon eigenlijk met het fotograferen van bloemen, tot er op een gegeven moment een insect landde op een bloem die ik wilde fotograferen. Sindsdien ben ik me gaan verdiepen in de insectenwereld. Het spoorwegbosje aan de Tramstraat is mijn favoriet onderzoeksdomein. Naderhand probeer ik dan elk insect op naam te krijgen. De beste foto’s publiceer ik op webshots. Neem gerust een kijkje!” [klik]

Verder gaat het artikel over zijn jeugd, het verloop van zijn carrière, zijn passie voor treinen en hoe Geert uiteindelijk na een moeilijke periode in Tienen terecht kwam.

“Drie jaar lang mocht ik niet werken. Dat was een ramp voor mij. Wel mocht ik enkele uren vrijwilligerswerk doen. Zo ging ik bijvoorbeeld met de honden van het Tiens dierenasiel wandelen, hield ik me bezig met bewoners van Sint-Alexius en deed ik vrijwilligerswerk bij Kind en Gezin. Dat laatste doe ik vandaag nog steeds en met veel plezier.”

Vanaf 2007 was Geert dagelijks onderweg met ‘Dumbo’. “Zo heb ik de straatstofzuiger genoemd. Samen zorgen we ervoor dat de straten in het centrum van Tienen proper blijven. Al is dat geen sinecure. Vooral de sigarettenpeuken zijn een plaag. En dan zijn er natuurlijk de ‘hondenfoeikes’, die erg vervelend zijn, vooral als er al iemand is gaan in staan. Toch doe ik het graag. Het geeft voldoening als je ziet dat je weer een propere straat achter je kan laten. De meeste mensen zeggen intussen dag of geven een complimentje over mijn werk. Dat is wel fijn.”

De journalist vroeg: “Maar waarom draag je steeds een hoed en rook je steeds de pijp?” Geert antwoordde: “Het pijp roken zit in de familie. Op mijn veertiende verjaardag kreeg ik mijn eerste pijp cadeau. Ik mocht toen één keer per week de pijp roken. Vandaag is dat een dagelijkse gewoonte geworden. Wat de hoed betreft, is het verhaal heel simpel. Toen ik in Leuven werkte, droeg ik in de ene hand mijn aktetas en in de andere de leiband van mijn hond, die mee naar het werk ging. Wanneer het dus regende, had ik geen handen meer vrij om een paraplu te dragen. Vandaar de hoed en die is nooit meer verdwenen.”

 

Stinne schreef een gedicht voor Geert

De langverwachte zomer is terug in ons land,
we verheugen ons om te genieten van de zon die terug brandt.
Mensen pakken hun valiezen,
en nemen snel de biezen.
Liefst ver weg naar onbekende oorden,
en zeker niet het noorden.

Er is een verhaal over een bijzonder man in een kleine stad,
die aan zijn omgeving genoeg had.
Hij verkende de mooie plekjes van zijn eigen streek,
en hield halt bij een kleine beek.
Hier ging een wereld open van juffers en vergeet-mij-nietjes,
en niet te vergeten die ‘lieve bietjes’.

Deze man, zijn naam was Geert,
heeft in het leven ontzettend veel geleerd.
Zijn vakdomein was nogal interessant,
daarom, een gesprek met hem was altijd plezant.

Hij heeft een magische collectie kleurrijke mandala’s getoverd,
waarbij hij zeker mijn Keltische hart heeft veroverd.

Hij was gepassioneerd in alles wat hij deed,
zelfs in het schoonvegen van wat een ander niet goed heeft geleerd.

Beste Geert, hopelijk heb je het goed naar je zin.
Maar daar twijfel ik niet aan,
want je hebt zo je best gedaan.
Ik wens je mooie avonturen,
elfen, libellen en gezellige avondvuren.
En als we elkaar later weer ontmoeten,
zullen we zeker vriendelijk groeten.

Liefs,
Stinne

 

Magda Van Cleynenbreughel van het dichterscollectief Verba schreef een gedicht voor Geert

Elegie voor Geert

Lees mijn naam
nu…
enkel nog in de wind.
Vind me…
tussen bloemen
die ik achterliet
langs bermen.
Ik zocht…
een andere weg.
Ontoegankelijk
voor velen.
Ongewoon stil
en…
eenzaam.

 

Kort woord van Natuurpunt Kern Tienen

Beste familie (en vrienden),

We waren allen met verstomming geslagen toen we het overlijden van Geert vernamen.

We konden er dan ook niet over zwijgen. Toen we het nieuws aan bekenden en onbekenden vertelden kwamen tientallen verhalen los. Iedereen in het Tiense kende Geert. Ieder had zijn eigen verhaal over hem. En velen noemden hem zijn of haar vriend.

Geert was een deel van ons stadsbeeld. Hij zorgde voor de reinheid van onze stad. Haast elke dag kwam je hem tegen. Hij deed zijn werk in stilte. Hij straalde rust uit. En juist die stilte en rust maakte op iedereen indruk.

Dag Geert. Alles ok? En dan kreeg je een verhaal van een spin, een bij, een ander zeldzame insectensoort die hij net of bijna net had weten te fotograferen. Elk mooi detail, elk bijzonder kenmerk maar vooral de bewondering voor dat kleinnood bracht vreugde in zijn verhaal.

Op zijn tocht door het centrum van de stad vond Geert heel wat dingen. Vooral ook fopspenen of zoals wij in Tienen zeggen: tutters. Geert verzamelde ze en hing ze aan zijn werkvoertuig.
Kinderen houden van tutters. Vaak hebben ze een hele verzameling. Maar er is er altijd ééntje bij, die waardevoller is dan al de anderen. Eéntje is de allerbeste en niet te vervangen. Niemand wist dat beter dan Geert. Elke wanhopige moeder kon dan ook dat dierbare bezit bij hem terug ophalen.

Bij Geert moest je dus vaak “achter“ de dingen kijken. De tuttenverzameling had een diepere grond dan zo maar een rariteitje van iemand van de onderhoudsdienst. En dit is maar één voorbeeld van de fijngvoelige man die hij was.

Geert had het niet altijd gemakkelijk. Het leven legde hem door tegenslagen een aantal beperkingen op. Maar ondanks die tegenslagen ging Geert met waardigheid en trots door het leven en maakte hij er wat van.
Een hulpmiddel daarbij was wellicht zijn grote passie voor de fotografie. Zijn foto’s waren schitterend. Kunstwerken zonder meer. En meestal gingen ze over de natuur. Want de natuur en Geert waren één.

Vandaag nemen we afscheid van Geert. Zijn as wordt verstrooid tussen de eikvarens. Tussen de sporen van de varens laat Geert een eigen spoor achter. Wat vroeger reeds was wordt nu nog veel reëler. Geert wordt één met de natuur.
Hij laat ook voor goed een spoor achter in ons hart. Wij zullen hem nooit vergeten.

Wij wensen hier ook uitdrukkelijk jullie, de familie van Geert te bedanken. Jullie hebben door deze en onze vorige samenkomst het verhaal van Geert vervolledigd. Jullie hebben het verhaal, ondanks de pijn een heel mooie toets gegeven.
Wij hebben een aantal foto’s en gebeurtenissen van Geert over zijn tijd in het Tiense verzameld. Wij laten ze graag bij jullie achter.

Dag Geert, dag hoed, dag baard, dag pijp. Het gaat je goed op je verre reis door de eeuwigheid.

Je vrienden van Natuurpunt Tienen.

Natuur.Café open op (>):