'Onverharde veldwegen: sleutel tot landschappelijke kwaliteit'
doorheen de Mene-Jordaanvallei en het landschap binnen de ruilverkaveling
Willebringen
1. We starten de wandeling aan het buurthuis van Willebringen, Willebringsestraat 34. Je vertrekt met de rug naar het buurthuis en gaat de Willebringsestraat op naar rechts om al na enkele meters terug rechts te nemen het eerste straatje in (de Geestelijken Hoek). Dit volg je tot de eerste splitsing waar je links inslaat, een ogenschijnlijk doodlopende straat. Op het einde van deze straat kan je echter achter een schuurtje rechts van de weg een wandelpadje op. Links van het pad staan Vlier, Meidoorn en Sleedoorn. Rechts heb je een eerste mooi vergezicht op de vallei. Het pad was de vroegere toegangsweg naar enkele nu afgebroken huizen.
Het pad gaat vrij snel over in asfaltweg en mondt uit op een T-splitsing.
Daar ga je de weg naar rechts op. De weg daalt lichtjes en na de bocht wandel
je tussen een boerderij rechts en een nieuwere verkaveling links met zicht
op een oude hoogstamboomgaard. Deze voorbij krijg je terug een mooi zicht
op de Fonteinbeek- en Jordaanbeekvallei. Beneden gekomen neem je het linkse
pad tussen de weiden, net ter hoogte van de eerste huizen rechts onderaan
in de vallei.
De weiden aan de linkse kant zijn in beheer van Natuurpunt. Het is de bedoeling
om er bloemrijke hooilanden te creëren. Dit gebeurt door twee maaibeurten
per jaar met afvoer van het maaisel en nabegrazing en het absoluut onbemest
laten van het hooiland; tevens werd de waterhuishouding hersteld waardoor
het weiland terug natter werd. Op deze manier daalt de massaproductie van
gras en valt de grasmat meer open wat kiemings- en overlevingskansen biedt
aan andere soorten zoals Pinksterbloem, Koekoeksbloem, Vergeet-me-nietjes
enz. Daar waar een bemeste weide slechts 5 à 10 soorten op enkele
vierkante meters telt, kan de soortenrijkdom in de beheerde hooilanden na
enkele jaren oplopen tot 25 à 40 soorten op enkele vierkante meters.
2. We kruisen de Fonteinbeek die ergens in de buurt van de kerk van Willebringen ontspringt en verderop uitmondt in de Jordaanbeek die in het gehucht Honsem ontspringt.
Voorbij het stalletje in de weide links splitst de onverharde weg, die ook na de ruilverkaveling als onverharde weg zal kunnen behouden worden. Hier neem je links de stijgende weg, die je hogerop vanzelf langs een mooi stukje holle weg brengt.
Ook voor deze holle weg kon bekomen worden dat hij in het kader van de ruilverkaveling niet zal verhard worden. Hier en ook nog verder in de wandeling vinden we Olm of Iep in het talud, waarvan er vele aangetast zijn door een schimmel die door de Iepenspintkever wordt verspreid. Onder de schors van de afgestorven bomen is het mooie patroon van vraatgangen van de larven van deze kever te zien.
Bovenaan de holle weg staat rechts een es.
Het zonet doorlopen stukje is een interessante plaats om doortrekkende of broedende zangvogels waar te nemen zoals Gele kwik, Tapuit, Geelgors en ook vlinders zoals Kleine vos en Oranjetip. De Geelgors, die in Vlaanderen tot de bedreigde Rode lijstsoorten behoort, heeft in dit Haspengouws gebied met holle wegen, ruigtes, struwelen temidden van een open landschap nog een omvangrijke kernpopulatie. Dit geldt ook voor Grauwe gors, Veldleeuwerik en Kwartel op de plateaus.
Boven aan de es gekomen ga je naar links de aardeweg op om onmiddellijk terug de eerste aardeweg rechts in te slaan richting autostradebrug.
Deze aardewegen werden in alle plannen van de ruilverkaveling opgenomen als te verharden. De verschillende plannen hadden hier meerdere varianten voor: het eerste ontwerp ging uit van een nog enigszins landschappelijk in te passen strokenweg waar enkel de twee rij-/wielstroken in betonverharding komen. In een latere fase werd een volle betonweg voorgesteld. Na een lange actie van NP Velpe-Mene zou deze verharding nu teruggeschroefd worden tot een strokenverharding en tot het behoud van de kassei richting Torenhofstraat ( links). Je volgt dit pad door het veld tot aan de rand van Willebringenbos. Dit bos stond tot voor kort vooral ten dienste van intensieve jacht en bosbouw, waarvan nog enkele overgebleven jachthutten en merktekens op de bomen getuigen. Ook de zeer brede dreven waren er in functie van de jacht. Natuurpunt heeft het eerste deel van dit bos aangekocht en zal dit laten evolueren naar een meer natuurlijk bos met de van nature thuishorende soorten. Een groot deel van de hoge bomen zijn momenteel populieren; in de onderliggende etage vinden we Es, Gewone esdoorn, Zoete kers, Gewone Vlier en Eenstijlige meidoorn. In de kruidlaag komen typische bossoorten voor zoals Slanke Sleutelbloem, Muskuskruid, Boszegge, Aalbes en Grote Keverorchis. Faunistisch zijn de mantel- en zoomvegtaties aan de bosranden van zeer groot belang. Vooral aan de westrand van het bos zijn er mooie geleidelijke overgangen van bos naar grasland met populaties van Levendbarende Hagedis en Sleedoornpage te bewonderen. In het bos zelf broeden roofvogels als Buizerd, Torenvalk, Sperwer en Ransuil. Het tweede deel van het bos is geen eigendom van NP en is nog steeds jachtgebied.
3. Het pad draait nu naar rechts en gaat het bos in. Hier opletten en niet de meest evidente, door wielsporen uitgesleten weg opgaan, maar nog meer rechts het bos ingaan, rechts van het nr. 12 dat op een boom is aangebracht. Zodoende moet je over twee omgevallen bomen, in de richting van een houtwalletje. Je blijft dit pad door het bos volgen en je kunt links op de bomen nog de door jagers ooit aangebrachte cijfers 11, 9, 6…opmerken. Iets verder in het bos hangt een afgeknakte boom over de weg. Je loopt er onderdoor en komt zo bij de ruïne van een jagershut waar je even op de Hemelsleutel moet letten die hier op de bodem te vinden is. Naast deze plant kun je langs de bosweg ook Vogelmelk, Aardbeiganzerik, Speenkruid, Bosviooltje en Moesdistel vinden.
Iets verderop ligt terug een hindernis in de vorm van een over de weg liggende boom. Hier voorbij wordt het bospad breder en groener. Aan het eind hiervan net voor het veld ga je even naar links omhoog om bovenaan de aardeweg naar rechts op te gaan en het bos zo helemaal te verlaten.
4. Hier kan je even pauzeren op een perceel rechts dat tot vorig jaar nog een intensief bemeste maïsakker was en waar nu door NP een omvormingsbeheer gedaan wordt naar een structuurrijk en soortenrijk grasland met struweelopslag. Dit gebeurt door gedurende een vijftal jaren tweemaal te maaien met afvoeren zonder enige bemesting en door het perceel vervolgens te laten koloniseren met spontane begroeiing doorspekt met struikenopslag van onder meer Sleedoorn en Meidoorn. Het is de moeite om op dit punt even langer stil te staan bij de omgeving. Je hebt er een mooi zicht op het dorp Sint-Katarina-Houtem, een hooggelegen plateaudorp. De inplanting ervan is misschien te verklaren door de aanwezigheid van ‘hangwater’ op een kleilaag. Ook de watertoren van Tienen, de Tiense suikerfabriek, Hoksem en Meldertdorp met Meldertbos met zijn goed te zien.
Ook hier blijven de paden onverhard. Dit is niet het geval van het verlengde van de weg langs Willebringenbos, die in de ruilverkavelingsplannen mogelijk verhard wordt, deels als betonweg, deels als sporenweg. NP hoopt dat we dit nog kunnen ombuigen tot deel grindverharding (om doorgaand en gebiedsvreemd doorgaand verkeer te ontmoedigen) en deels tweestrokenweg.
Je vervolgt nu je wandeling terug op het pad naast de weide van Natuurpunt en wandelt naar beneden tot net voor een sparrenbosje.
5. De wandelaars van de korte wandeling (5 km) slaan hier rechts af en wandelen een kort stukje holle weg in, dat ook in de toekomst onverhard blijft.
De holle weg vormt tevens de grens van de gemeenten Hoegaarden en Boutersem. Onder aan de weg ontmoet je een pad dat je naar rechts opwandelt. In deze holle weg groeit oa Beemdkroon, een plant die op een kalkrijke bodem wijst, tezamen met veel Sleedoorn. Op deze struiken kan je gedurende het winterhalfjaar de eitjes van de Sleedoornpage vinden, een zeldzame dagvlindersoort die hier lokaal nog vrij verspreid voorkomt.
Als je de korte wandeling neemt, kan je de rest van de tekst overslaan tot nummer 13, waar de grote en de kleine wandeling weer samenkomen.
De wandelaars van de lange wandeling gaan beneden aan het sparrebosje naar links, richting Hoksem dorp.
6. Aan de rechterzijde van de weg ligt hier het Pertseveld, met zuidelijk georiënteerde kalkrijke hellingen. De naam verwijst naar de wijngaarden die hier tijdens de Middeleeuwen waren aangelegd. Hier bouwt NP Velpe-Mene op de flanken een akkerkruidenreservaat uit waar naast de typische en zeldzame akkerflora met soorten als Kleine wolfsmelk, Bleekgele droogbloem en Blauw walstro, ook ruimte is voor de Wilde hamster, Geelgors, Grauwe gors en zovele andere soorten. Een akker wordt in een omloop- en wisselsysteem ten dele braak gelaten en voor een gedeelte ingezaaid met graan dat we laten overwinteren om voedsel te geven aan Hamster en andere de akkerfauna. Binnen de visie van de NP proberen we de flanken mee te integreren in het natuurontwikkelingsproject dat reeds in de vallei van Mene-Jordaan totstandkomt. Momenteel is het beheerde gebied in de Mene-Jordaanvallei reeds 86 ha groot. In de eerstkomende jaren willen we dit verder uitbouwen tot een aaneengesloten reservaat van Willebringen tot Hoksem en tot Meldert in de vallei en de aangrenzende valleiflanken. Sinds het in beheer nemen is de biodiversiteit reeds enorm toegenomen.
Iets verderop daalt de weg lichtjes richting dorp en gaat over in nog een stukje holle weg met ook hier weer Olm, Sleedoorn en Kornoelje in het talud.
Holle wegen en taluds zijn zeer typisch voor het leemlandschap rond Hoegaarden. Ze hebben een ecologische, cultuurhistorische en recreatieve waarde. Er heerst een microklimaat dat sterk contrasteert met de omgeving en dat kansen biedt voor een heel aparte fauna en flora. Holle wegen zijn ook voor heel wat soorten levensnoodzakelijk als corridor van het ene leefgebied naar het andere. Onverharde holle wegen bieden veel mogelijkheden voor verrijkende natuurbeleving en verdienen als zeer waardevolle en unieke landschapselementen onze aandacht en bescherming. Ze doorbreken het monotone van het grootschalige landbouwland en vervullen ook nog een belangrijke taak bij de afvoer van water.
In de holle weg komen we op een splitsing. We blijven rechtdoor gaan, de kasseiweg op en kunnen onmiddellijk na de splitsing in het talud mooie voorbeelden zien van hakhoutstoven.
Deze zijn het resultaat van jarenlang hakhoutbeheer. Het hakhout werd geëxploiteerd voor klein geriefhout en brandhout. De landbouwers waren zich bewust van de stabiliserende invloed ervan op de bermen, zodat ze minstens de stronken steeds ter plaatse lieten liggen.
7. Aan het eind van de holle weg gaan we de asfaltweg naar rechts op, nog steeds richting dorpskern van Hoksem.
Aan het eerstvolgende kruispunt vinden we rechts van de weg een gerestaureerde gevel van een huis in de voor de streek zeer typische Gobertangesteen. De ontginning van deze lokale kalkzandsteen zorgde in de streek voor het ontstaan van talrijke taluds die nu vooral een erosiewerende rol vervullen. In Hoksem zijn nog heel wat taluds overgebleven in tegenstelling tot Hoegaarden. Daar kwamen na de ruilverkaveling en door de perceelsvergroting voor de landbouw heel wat van deze taluds midden in de nieuwe percelen te liggen. de taluds verdwenen of werden elk jaar een stuk verder afgeploegd of worden, doordat ze midden in een akkerperceel liggen, doodgespoten. Natuurpunt wil naast de holle wegen ook al deze taluds beschermen om hun erosiewerende, landschappelijke en ecologische waarden. NP vraagt dat de holle wegen gebufferd wordt en eist dat lessen getrokken worden uit de RVK Hoegaarden: bij de vorming van de nieuwe percelen zouden de taluds als perceelsgrens moeten gelden.
We wandelen verder rechtdoor het plaatsnaambord van Hoksem voorbij.
Even verder links passeren we een voor de steek typische vierkantshoeve met duiventil boven de inrijpoort. De boven in de gevel aangebrachte en met Gobertange omzoomde gaten zijn steigergaten. Ze dienden om balken in te bevestigen wanneer men aan dakherstelling moest doen.
We blijven de hoofdweg volgen naar beneden tot in de dorpskern waar we, net voor we de kerk bereiken, rechts de 17 de eeuwse watermolen van Hoksem zien liggen.
Naast de molen zien we de opgehoogde dijk die het water van de beek opspaart om zodoende voldoende debiet te creëren en het waterrad te laten draaien. De molen wordt momenteel gerestaureerd en zou vrij binnenkort weer operationeel gemaakt worden. Op deze plaats vinden we ook een eerder zeldzaam valleizicht tot midden in de dorpskern, een groene uitloper van de erachter liggende vallei. Enkele meters verder staat de Sint-Jan-Evangelistkerk van Hoksem met op de toren zowel een haan als een hen. Deze eigenaardigheid zou het gevolg zijn van het rechthoekige grondplan van de toren waardoor de spits een korte nok vertoont.
8. We laten de kerk links liggen en vervolgen onze wandeling rechts van de kerk omhoog de Bronstraat in.
Iets hogerop, rechts van de weg, komen we dan ook een ingemetselde bron tegen. Via enkele aangelegde trapjes kan je erbij en krijg je de weelderige begroeiing van Tongvaren te zien, die goed gedijt in een dergelijk vochtig en schaduwrijk milieu.
Hogerop lopen we de splitsing met de Ridderstraat voorbij en gaan rechtdoor tot we rechts van de weg het huisnummer 27 zien. Voor ons zien we een betonnen weg van de ruilverkaveling Hoegaarden. Wij verlaten deze verharde weg tussen het nr. 27 en een nieuwbouwhuis en nemen een smal sterk dalend pad.
9. Tegenover dit pad staat weer eens een gerestaureerde boerderij in de typische Gobertangesteen.
Beneden ga je heel even naar rechts om onmiddellijk terug naar links een betonnen bruggetje over de Menebeek (samenvloeiing van de Fontein-, Jordaan en Molenbeek) over te steken.
De weiden die je nu links en rechts van de weg ziet zijn door Natuurpunt zeer recent verworven als reservaat.
10. De weg draait naar links en wordt rechts terug afgeboord met een talud waarin je regelmatig dagzomende Gobertangestenen kunt ontwaren.
11. Bij de eerstvolgende splitsing blijf je rechtdoor wandelen met de hele afstand een talud aan de rechterzijde van de weg.
De vegetatie op de taluds is vaak verruigd door bodemverrijking. De mest van naburige akkers komt door afspoeling op de bermen terecht, verrijkt de bodem en zorgt zo voor het veel voorkomen van stikstofminnende planten zoals Brandnetel en Kleefkruid. Ook onoordeelkundig gebruik van herbiciden op de akkers heeft een nadelige invloed op de ernaast gelegen bermen. Reden genoeg om sterk op te komen voor het bufferen van de holle wegen in het kader van de ruilverkaveling. Dit kan door een bufferstrook met struweel in te richten boven op de schouder van de holle wegen en de taluds in de ruilverkaveling. Ook hier zie je weer veel Olm, Vlier en Kornoelje. Links van de weg ligt de prachtige vallei van de Menebeek met o.a. veel Pinksterbloemen in de graslanden. Oranjetipje, Koninginnepage, Bont zandoogje en Landkaartje zijn slechts enkele van de dagvlindersoorten die hier te verwachten zijn.
12. Het perceel net na het betonbruggetje links over de Menebeek (niet overgaan) dat momenteel nog vol Populieren staat, wordt de Vroente genoemd en was het eerste door Natuurpunt aangekochte perceel in deze vallei. Vroente betekent gemene weide. Ten tijde van de Romeinen was het gebied rond de vallei reeds ontgonnen en tijdens de Middeleeuwen was de vallei een gemene weide.
Verderop komen we in een opener deel van de vallei dat ondertussen ook grotendeels in beheer is van natuurpunt.
Hier werden reeds heel wat populieren gerooid met de bedoeling het gebied terug te vernatten en terug om te vormen naar een mozaïek van nat hooiland, moerassige ruigten, rietlanden en broekbossen waar na verloop van tijd een rijke flora kan ontstaan met soorten als Dotterbloem, Veldrus, Zeegroene zegge, Paddenrus en Karwijselie.
Iets verder door vervoegt zich een van rechts komend pad met de door ons bewandelde weg. Dit is het punt waar de grote en kleine wandeling terug samenkomen. Ook deze valleiflankwegen zullen in de toekomst onverhard blijven.
13. We wandelen rechtdoor en krijgen vrij snel, rechts van ons, terug Willebringenbos in zicht. Ter hoogte van Willebringenbos draait de weg scherp naar links over de Bosbeek. Deze grachten werden aan het eind van een droogdal aangelegd om hevige stortbuien op te vangen.
14. Voorbij de bocht naar links lopen we langs een rietland, een verruigd nat grasland waar Bosrietzanger, Sprinkhaanzanger en Rietgors zich thuis voelen. Het rietland wordt hier al doorspekt met verschillende wilgen. Wanneer geen beheer wordt toegepast is dit de beginfase van een natuurlijke evolutie naar bos. Na verloop van tijd vallen deze wilgen door het gewicht van de takken uiteen en gaat de verbossing verder door de kolonisatie van Zwarte els.
Iets verderop is de loop van de Jordaanbeek trouwens mooi te volgen via de houtkant met Zwarte els.
15. De volgende splitsing geeft ons terug zicht op Willebringen we nemen dan ook rechts richting dorp. Talrijke knotwilgen bepalen hier mee het zicht op de vallei.
En even verder komt het stalletje in de weide van Natuurpunt weer in zicht en zijn we terug op ons beginparcours. We wandelen dit laatste stukje in omgekeerde richting terug naar het dorp, dus naar links langs het stalletje door over de Fonteinbeek, aan de asfaltweg rechts omhoog. Deze weg volgen we steeds tot aan de kerk van Willebringen, daar neem je links omhoog en sta je weer vrij snel voor het buurthuis.
We hebben je rondgeleid langs unieke leemplateaus, steile flanken en pittoreske valleien langs trage wegen. Natuurpunt Velpe-Mene werkt hier aan de uitbouw van een groot aaneengesloten reservaat met natuur voor Iedereen. Maar er is ook een ingrijpende ruilverkaveling die percelen samenvoegt tot grotere percelen en die ook de wegen grondig aanpast. Natuurpunt Velpe-Mene is geen vragende partij voor zulke ruilverkaveling en vindt dat als deze ruilverkaveling voor de landbouw moet doorgaan, dit enkel kan als er tezelfdertijd meerwaarden voor het duurzaam behoud van natuur en landschap gegeven worden. Belangrijk knelpunt blijven de verhardingen. In het plan van de ruilverkaveling van begin 2002 werden niet minder dan 25 km nieuwe betonwegen en nog eens 7 km nieuwe tweestrokenwegen voorzien die het landschap ontsluiten. Natuurpunt Velpe-Mene is hier tegen in verweer om dit zo veel mogelijk om te buigen, aangezien het oorspronkelijk plan van de ruilverkaveling amper 8 km nieuwe betonweg (beton en walsbeton) voorzag en 15,6 km tweestrokenweg. In de allerlaatste ons bekende versie werd, onder druk van onze actie, deze aanleg in volle beton herleid van 25 km naar circa 15 km en wordt er ook nog 8 km historische kasseiweg behouden. NP Velpe-Mene blijft opkomen voor natuur en landschap voor iedereen. De wandeling door dit landschap en de kennismaking met de plannen geven aan hoe deze inzet het verschil maakt. Als je een hart hebt voor natuur en landschap, geef dan een ruggesteuntje aan NP Velpe-Mene en wordt lid.
Inlichtingen: natuurpunt@velpe-mene.be
<afdrukbare versie>